Doorgaan naar hoofdcontent

De kogel is door de kerk I

Eindelijk is de kogel dan door de kerk. De wil was er al eerder maar we zagen veel beren op de weg. Wat als mensen ons uit zouden lachen? Moeilijke vragen stellen, of wij wel weten wat wij doen? Ik had de verdediging al voorbereid, een maliënkolder stond op de naalden. Nu het startschot heeft plaatsgevonden heeft mijn man nieuwe potentiële schutters geïdentificeerd. Het vertellen op de sportclub en aan vrienden ziet hij nog wel zitten, maar op het werk? Kan het toch niet stiekem?

Net als mijn zelfgebreide truien, oogstten ook mijn beslissingen op het Pad des Levens nogal eens kritiek. Mijn ouders hadden een hekel aan eenheidsworst, zoals ze dat noemden. Elke keuze die ik maakte om erbij te horen, bijvoorbeeld het dragen van dubbele roze poloshirts en donkerblauwe plooirokjes, daar waren ze niet blij mee. Mijn ouders stimuleerden me om 'mijn eigen keuze' te maken en ze waren dan vooral blij als die keuze toevallig in hún straatje paste. Ik kon dus kiezen tussen doen wat mijn ouders wilden, of mijn klasgenoten nadoen. Een derde keus, de vluchtroute, was overal tegenin gaan. Ik heb me in anarchisme en punk verdiept, in hanenkammen en piercings. Maar deze leefstijl bleek erg vol te zitten met regels - overal tegen zijn zorgt blijkbaar voor meer regels - en ik zag er weinig toekomst in. Hoe ik van daar uit bij de kerk uitkwam, is inderdaad een goede vraag en daar zijn ook vele jaren overheen gegaan.

Katholiek worden is misschien wel de meest eigen keuze die ik ooit gemaakt heb. Daarmee liep ik niet achter mijn ouders aan, niet achter mijn generatiegenootjes en niet achter welke moderne stroming dan ook. 

Mijn gezin maakt zoveel geluid dat ik een muziekje aanzet. David Phelps. Dat is geen achtergrondmuziekje. Ik doe mijn armen omhoog en roep ‘Praise the Lord’. In stilte.

Waar David Phelps in dit lied aan de uitersten van het leven raakt, daar herinnert de klok eraan dat het meer dan tijd is om het eten voor vanavond te bereiden.


De kogel is door de kerk II